Burmester Colheita Tawny Port
Colheita is een tawny port met jaartal aanduiding. De minimale rijping op vaten is 8 jaar, maar is over het algemeen veel langer. De botteling vindt plaats vlak voor de verkoop. Op het etiket staan het oogstjaar en de datum van botteling aangegeven. Deze Burmester 1997 Colheita port heeft vele jaren op hout gelegen en is heerlijk zacht van smaak. Hierdoor wordt deze port heel zacht en is hij rijk aan heerlijke aroma’s en smaken. De port is lichtbruin gekleurd met een oranje kleurige gloed. Hij geurt verfijnd naar rozijntjes, gedroogd fruit, noten en kruiden. In de mond is deze Tawny vol, zwoel maar toch voldoende fris en met rijkdom: diverse gekonfijte vruchtenindrukken naast rozijnen en krenten.
Wijnhuis Burmester
De familienaam ‘Burmester’ komt van het Duitse woord „Burgmeester“ (Burgemeester) - aangezien de familie uit het kleine stadje Moelln in Noord-Duitsland kwam. In 1730, richtten Henry Burmester en John Nash een graanhandel op in Londen onder de naam Burmester & Nash. In 1750 verhuisde het bedrijf naar Vila Nova de Gaia en begonnen zij met het verschepen van Port naar de Britse Eilanden en de rest van Europa. Aan het einde van de 18e eeuw werd de firma beëindigd, toen Henry Burmester en zijn twee zonen, Fredrick en Edward, een nieuwe bedrijf oprichtten voor de export van Portwijn: H.Burmester & Sons.
Na de dood van zijn vader in 1822, werd Fredrick een prominent lid van de Britse gemeenschap in Portugal, o.a. als Penningmeester van ‘The Factory House’ in Porto. Ook in Londen was hij nog zeer actief. Hier was hij één van de oprichters van de ‘Westminster Bank’. Overigens waren er op dat moment meer leden van de Burmester familie actief in de financiële wereld; John William Burmester was de oprichter van de ‘London County Banking Company’.
De commerciële en financiële activiteiten van de familie Burmester werden zeer gewaardeerd in London. Zo is de meest bekende straat in de wijk Wimbledon, de ‘Burmester Road’.
De invasie van de troepen van Napoleon in Portugal dwong Frederick Burmester om het land te verlaten. Later, in 1834, werd Johann Wilhelm Burmester, een verre verwant uit Hamburg, gevraagd om de leiding van het bedrijf over te nemen. In 1880 werd de firmanaam veranderd in J.W. Burmester & Cº.
Uit het huwelijk van Johan Wilhelm kwamen zes zonen, die allen de commerciële belangen van de familie op het gebied van portwijn, verzekering, flessenproductie, het verschepen en de textielhandel voortzetten. De oudste zoon, Gustav Adolf, samen met zijn broer Otto, waren de twee grote Port ondernemers van CASA BURMESTER.
Gustav Adolf bestuurde het bedrijf met visie en efficiëntie. Hij verhoogde de export van het bedrijf naar nieuwe Europese markten en Amerika. Hij ontwikkelde een nieuwe marketing strategie, registreerde het merk J.W. Burmester in 1900, creëerde nieuwe etiketten, en won grote prijzen bij nationale en internationale wijncompetities - Lissabon 1888; Berlijn 1888; Parijs 1889; Chicago 1893.
De Eerste Wereldoorlog had een vrij negatieve invloed op de portsector. Het was aan de nieuwe generatie de zaken weer op de rails te krijgen. Hans Steinmetz , schoonzoon van João Guilherme Burmester en zijn neef, Karl Gilbert, zorgden voor het herstel van de export. Zij richtten nieuwe onderdelen op binnen het bedrijf die zich bezig gingen houden met de productie, verkoop en export.
In 1952 nam de generatie Burmester-Gilbert (Helmut en Arnold) de zaken over. In 1962 werd naast Burmester een tweede bedrijf opgericht: Gilberts e Cº. Van generatie tot generatie, werden de heren Burmester en Gilbert geëerd voor hun knowhow en passie voor de Port handel.